Evelien
“Dit omvat voor mij een spel wat niet zo lekker liep, zonder dat het echt ‘slecht’ was, maar ik kwam er gewoon echt niet lekker in.”
Ik vroeg er zelf om
Ik ben kwaad. Sta nijdig te worden voor het kruis, vanwege de pijn die je me aandoet. Pijn waar ik zelf om heb gevraagd maar die me nu overvalt, alsof ik niet wist wat er komen ging. Ik ben kwaad op mezelf omdat ik faal in het ondergaan. De ontspanning die ik zocht in het krijgen van pijn is momenteel mijlenver bij me vandaan. Allemaal omdat ik zelf de knop niet kan omzetten, mezelf niet in staat stel om te ontspannen en te genieten. Want toen wist ik nog niet wat ik nu wel weet.
Ik weet niet eens waar je mee slaat, het boeit me niet, alles doet zo veel zeer momenteel. Er gaat geen minuut voorbij waarin ik niet wegdraai of opzij stap. Desondanks is iedere slag raak. Zo ook op mijn rug, een plek waar ik normaal nooit geslagen wil worden omdat de pijn al snel veel te heftig is. Vanavond weet je van geen ophouden en ik weet niet meer waar ik het zoeken moet.
Frustratie
Ik breek en sta sinds lange tijd te huilen van de pijn. Mijn mascara eindigt op plekken waar deze niet voor bestemd is. Zoals pijn voor een orgasme steeds intenser wordt om vervolgens te veranderen in genot, zo verandert de irritatie van voor het huilen in woede. Ik merk dat ik me niet kan ontspannen, en het niet los kan laten, iets wat zo mogelijk nog meer frustreert.
Meerdere malen draai ik om en kijk ik je woest aan, de zweep die je op dat moment vast hebt hou je stil en je kijkt me verontwaardigd aan.
Je leest me, ziet wellicht dat ik niet helemaal in goede doen ben deze avond. Maar je gaat verder waar je mee bezig was maar dan aan de voorkant van mijn lichaam. Wanneer ik mij snel weer omdraai pak je me terug op mijn eerdere actie, ik moet weer omdraaien zodat je verder kunt met de voorkant.
Woede
Wederom een moment dat ik mij omdraai, je schiet in de lach wanneer je mijn blik ziet. Ik kijk je strak aan, vrijwel al mijn spieren aangespannen en mijn bloed lijkt te koken van woede. Het raakt me niet dat je om me lacht, dat moet je lekker zelf weten, maar de pijn drijft me ondertussen tot het uiterste en nog steeds kan ik het niet kwijt en kan ik geen ontspanning vinden. Ik ben in staat om naar je uit te halen maar durf niet. Godzijdank durf ik niet, nooit niet, bij jou niet.
Verliezen van mijzelf
Omdat ik me er niet toe kon zetten om te ontspannen en te ondergaan heb ik er niet uitgehaald wat erin had kunnen zitten. Uiteraard pijn maar tegelijkertijd ook zoveel ontspanning, hoofd leegmaken in plaats van strijd. Strijd die ik toch nooit zal kunnen winnen. Je staat naast me, sommeert me terug op mijn plek. “Dit is jouw strijd, niet de mijne. En nu staan.”
Het was mijn strijd en die avond verloor ik, van mezelf.